De Kleuren

Licht en donker

Zo kunnen we ikonen ook tussen de regels door lezen. Een iconenschilder brengt eerst de donkere aardkleuren aan en daarna volgen geleidelijk aan de lichtere kleuren. Hij symboliseert daarmee de strijd tussen het licht en de duisternis. En omdat de kleuren door het vettige eigeel waarmee ze opgebracht zijn op elkaar inwerken, ontstaan op de lange duur kleurencombinaties, de onder- en bovenlaag worden een eenheid.

Kleuren

Het uitkiezen van de Kleuren is een zeer, persoonlijke aangelegenheid. Iedere iconenschilder heeft zijn eigen kleurengamma, waarmee hij door jarenlang gebruik vertrouwd geworden is. Aan beginners geef ik de raad niet al te veel kleuren te kopen, omdat iedere kleur verschillende resultaten geeft als ze met andere kleuren gemengd wordt. Voorbeeld: als je zwart bij oker mengt, krijg je geen donkere oker maar een groengetinte kleur. Ook de kracht van de kleuren moet door oefenen geleerd worden. Cadmiumgeel is een krachtige kleur; als je haar met wit lichter wilt maken dan moet je eerst wit nemen en er een beetje geel bijvoegen. Als je eerst geel neemt en er wit aanvoegt, heb je al gauw een massa verf teveel.

Hier volgen de kleuren die ik zelf gebruik:
1. Oker
Een geelachtige aarde die, gezuiverd en fijn gemalen, als verf pigment gebruikt kan worden. Het komt in de handel in diverse tinten en onder verschillende namen: rode oker, gele oker, lichte oker en goud oker.
2. Terra di Sienna gebrand
Een roodbruine verf die zeer krachtig is en als aarde iets meer dan gewoonlijk ei-emulsie nodig heeft om op zijn plaats te blijven zonder af te geven bij aanraking met de vinger.
3. Wit
Het tegenwoordige titaan wit is sterk dekkend en bij vermenging met ander kleuren zeer dominerend. Wil je een minder dekkend wit, dan neemt men zinkwit dat, in onvermengde toestand gebruikt, tamelijk transparant is.
4. Rood
Cadmiumrood wordt in twee tinten – donker en licht – op de markt gebracht. Beide zijn duur maar zó sterk dat je er weinig van nodig hebt om er een groot oppervlak mee te bedekken. Voor ikonen mengt men dit rood met oker om tot een minder felle kleur te komen. Het kan gebeuren dat deze kleur iets donkerder wordt door het zonlicht, maar de betere soorten zijn tegenwoordig lichtecht. In plaats van cadmiumrood kan ook zinnober rood gebruikt worden, dat echter minder sterk is en vaak donker wordt door inwerking van zonlicht.
5. Blauw
Ultramarijn is in de handel in twee tinten; donker en licht. Bij de ouder worden ontstaan in de poederverf kleine, harde korreltjes die echter in een vijzel fijngewreven kunnen worden. Het is een sterke kleur die, gemengd met oker (en wat witte verf), mooie turquoise tinten kan geven. Kobaltblauw kan in plaats van ultramarijn gebruikt worden.
Het lichter cerulium is iets zwakker bij vermenging met andere kleuren.
6. Geel
Cadmiumgeel – licht, maar ook andere soorten kunnen gebruikt worden! Napelsgeel of cadmium donker. Deze laatste kleurt bij sommige firma’s sterk naar oranje toe en geeft minder goede resultaten bij mengen met andere kleuren.
7. Zwart
Elfenbeenzwart wordt meestal gebruikt. Het is een zeer licht poeder dat op het water èn op de emulsie drijft en daardoor veel tijd bij het aanmengen vraagt wanneer men in het begin veel vloeistof neemt. Eerst met 70% Alcohol mengen.
8. Groen
Groene tinten kunnen gemakkelijk verkregen worden door het mengen van blauw met geel of oker en er naar behoefte wit bij te voegen. Andere verven waarmee gewerkt kan worden zijn b.v. umbra, kraplak, terra pozzuola, Böhmische aarde.
Ook kunnen Perzisch rood in plaats van cadmium, Böhmische aarde, Napels geel en ongebrande terra di Sienna aangeschaft worden.